uitboren werkw. Afbreekpatroon: uit·bo·ren Verbuigingen: boorde uit Vervoegingen: uitgeboord (volt.deelw.) 1) enz. 2) met een boor een gat aanbrengen of ruimer maken Voorbeeld: 'Nadat de bron met een nauwe buis was uitgeboord om meer bronwater te verkrijgen, ontstond er een geiser.' 3) tweede betekeniso... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitboren
Het vergroten van een rond gat, zoals bijvoorbeeld in een stuk metaal, met een werktuig met een roterende snijrand. Categorie: Procédés en Technieken > subtractieve procédés en technieken. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491