uitdiepen werkw. Uitspraak: [ 'œydipə(n) ] Afbreekpatroon: uit·die·pen Vervoegingen: diepte uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgediept (volt.deelw.) 1) dieper maken Voorbeelden: 'door te baggeren een kanaal uitdiepen' , 'de vaargeul regelmatig uitdiepen voor de scheepvaart' 2) grondiger onderzoeken of uit... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitdiepen
(van een lagedrukgebied) Het dieper worden van een lagedrukgebied. De luchtdruk wordt lager, met meestal als gevolg een toename van de bijbehorende weersverschijnselen: meer neerslag en wind. Het tegenovergestelde van uitdiepen is opvullen (van een lagedrukgebied). Gevonden op https://www.meteo-julianadorp.nl/Meteo-encyclopedie/Encyclopedie-U.html