
uitdoen werkw. Uitspraak: [ ˈœydun ] Afbreekpatroon: uit·doen Vervoegingen: deed uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgedaan (volt.deelw.)
1) (kleren of schoenen) van je lichaam afhalen Voorbeeld: 'je broek uitdoen' Synoniem: uittrekken
2) zorgen dat het niet meer aan is Voorbeelden: 'het licht uitdoen'...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitdoen

1) Wegvegen 2) Afdoen 3) Blussen 4) Rooien 5) Verdagen 6) Ontkleden 7) Delven 8) Doven 9) Afzetten 10) Verschuiven 11) Uitzetten 12) Uitwissen 13) Uittrekken 14) Uitstellen 15) Uitschakelen 16) Uitmaken 17) Uitkrijgen 18) Uitkleden 19) Uitdraaien 20) Uitdoven 21) Uitblussen 22) Uitblazen 23) Afleggen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitdoen/1
van je lichaam af halen vb: hij deed zijn schoenen uit
Synoniem: uittrekken
Tegenstellingen: aandoen aantrekken
de knop omzetten zodat het niet meer werkt vb: wil jij het licht uitdoen?
Synoniemen: uitschakelen afzetten uitdraaien uitzetten
Tegenstellingen: aanzetten inschakelen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

•uitschakelen. •kleding afleggen.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/uitdoen

van het lichaam verwijderen, laten verdwijnen
Gevonden op
https://uitleenwoordenbank.ivdnt.org/index.php/uitleen/zoek_gecombineerd_ca
Geen exacte overeenkomst gevonden.