uitdragen werkw. Uitspraak: [ 'œydraxə(n) ] Afbreekpatroon: uit·dra·gen Vervoegingen: droeg uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgedragen (volt.deelw.) bij mensen bekendmaken Voorbeelden: 'je ideeën uitdragen' , 'Het bedrijf draagt uit dat het goed bezig is.' Synoniem: verkondigen Synoniemen: een boodschap uitdragen prediken ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitdragen