uitdrukkelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ œy'drʏkələk ] Afbreekpatroon: uit·druk·ke·lijk zo dat het heel duidelijk is Voorbeelden: 'uitdrukkelijke toestemming van je ouders nodig hebben om iets te mogen doen' , 'Het is hier uitdrukkelijk verboden te zwemmen.' Synoniemen: : nadrukkelijk, expliciet Synoniemen: bepaald klemmend nadrukkelij...
1) Bepaald 2) Bepaaldelijk 3) Beslist 4) Demonstratief 5) Duidelijk 6) Expliciet 7) Expresselijk 8) Expressis verbis 9) In het oog lopend 10) In het oog springend 11) Klemmend 12) Met klem 13) Met nadruk 14) Nadrukkelijk 15) Opzettelijk 16) Pertinent 17) Stellig 18) Stipt 19) Ten stelligste 20) Uitentena 1) Bepaald 2) Beslist 3) Duidelijk 4) Echt 5) Emfatisch 6) Expliciet 7) Expres 8) Expresselijk 9) Flagrant 10) Formeel 11) Klemmend 12) Nadrukkelijk 13) Opzettelijk 14) Pertinent 15) Stellig 
bepaald (toon de herkomst via de etymologiebank)
duidelijk en met kracht vb: ik heb je uitdrukkelijk verboden uit te gaan Synoniemen: nadrukkelijk expliciet Tegenstelling: impliciet
vol uitdrukking, expressief - Voorbeeld: ‘Maar dat ze 't van die arme jongen gekregen had, (...) van de jongen met zijn stille, uitdrukkelijke blik, daarom waren die dingen haar zo kostelijk’ (Blijde Dag 85)
bepaald