
uithangen werkw. Uitspraak: [ 'œythɑŋə(n) ] Afbreekpatroon: uit·han·gen Vervoegingen: hing uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgehangen (volt.deelw.)
1) ruim ophangen Voorbeeld: 'onderweg kletsnat worden en thuis je kleren uithangen'
2) naar buiten hangen, of in het openbaar ophangen Voorbeelden: 'd...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uithangen

1) Ophangen 2) Zich bevinden 3) Rondhangen 4) Zijn 5) Spelen 6) Uitsteken
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uithangen/1
je er bevinden vb: waar heb jij vanavond uitgehangen?
Synoniemen: zijn vertoeven
doen alsof je dat bent vb: hij probeert altijd de stoere bink uit te hangen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.