
uitschieten werkw. Uitspraak: [ 'œytsxitə(n) ] Afbreekpatroon: uit·schie·ten Vervoegingen: schoot uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is uitgeschoten (volt.deelw.)
1) onverwacht en onbeheerst een beweging maken Voorbeelden: 'Mijn tandenborstel schoot uit tegen mijn gehemelte; dat deed pijn.' , 'uitschieten met je pen' De wind...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitschieten

1) Spruiten 2) Slippen 3) Onderuitgaan 4) Ontvallen 5) Op agressieve wijze ontkiemen 6) Wegschieten 7) Uitvallen 8) Uittrappen 9) Uitschuiven 10) Snel uittrekken 11) Uitschoppen 12) Uitglijden 13) Uitglibberen 14) Glippen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitschieten/1

uitdr.: Voorbeeld: ‘
in een lach uitschieten’: in de lach schieten - Voorbeeld: ‘
De pastoor kwam vooruit; hij robbelde zijn kleed over de knieën, bezag de omstanders en schoot in een ronde lach uit’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php
Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 (minder bruikbare tabak) op zij leggen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742
echt Nederlandsche handelswoorden (1914):schiften; de mindere soort eruit halen.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10742

ervoor uittrekken, eraan besteden.
Gevonden op
https://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/

1a> van de wind: plotseling in kracht toenemend. b> van de wind: plotseling ruimend . 2> LATEN UITSCHIETEN : vrij onbekende term voor vieren . 3a> een vistuig , een anker , volgboot , ballast en dergelijke overboord zetten. (Dus te water doen geraken.) Ook alleen schieten genoemd. b> het met de roeiboot uitbrengen van de zalmzegen , bij de klepv......
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=uitschieten
Geen exacte overeenkomst gevonden.