
1.snikkend uiten Voorbeeld: ‘
Dan kon ze 't niet meer ophouden, de tranen liepen over haar wangen en ze keerde haar wezen om uit te snikken’ 2.uitgaan, uitdoven Voorbeeld: ‘
Ze vouwde haar boeksken toe en op dezelfde stond snikten de keerskens uit’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0023.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.