
uitspugen werkw. Uitspraak: [ 'œytspyxə(n) ] Afbreekpatroon: uit·spu·gen Vervoegingen: spuugde uit, spoog uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgespuugd (volt.deelw.)
met kracht uit je mond laten gaan Voorbeeld: 'iets eten en dat uitspugen als je het vies vindt' Synoniemen: uitspuwen ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitspugen

1) Uitspuwen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitspugen/1

Uitspugen is je mond legen van iets dat je niet wilt of kunt doorslikken.
[basiswoordenlijst groep 4]Gevonden op
https://wikikids.nl/Uitspugen
Geen exacte overeenkomst gevonden.