verbruiken werkw. Uitspraak: [ vərˈbrœykə(n) ] Afbreekpatroon: ver·brui·ken Vervoegingen: verbruikte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verbruikt (volt.deelw.) opmaken door te gebruiken Voorbeeld: 'veel energie verbruiken' Synoniemen: consumeren doorjagen gebruiken nuttigen opbranden opmaken slopen verorberen verteren 
1) Opbranden 2) Nuttigen 3) Opmaken 4) Gebruiken 5) Verdoen 6) Verorberen 7) Opeten 8) Verkwijnen 9) Verslijten 10) Verwerken 11) Consumeren 12) Opstoken 13) Opteren 14) Doorjagen 15) Slopen 16) Verteren 17) Verstoken 
opmaken (toon de herkomst via de etymologiebank)
opmaken door het te gebruiken vb: deze brommer verbruikt veel benzine
consumeren
Verbruiken is opmaken, consumeren . [basiswoordenlijst groep 5]