verorberen werkw. Uitspraak: [ vərˈɔrbərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·or·be·ren Vervoegingen: verorberde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verorberd (volt.deelw.) met smaak eten Voorbeeld: 'een bord soep verorberen' Synoniem: opeten Synoniemen: bikken bunkeren consumeren eten gebruiken naar binnen werken nuttigen opeten oppeuzele...
1) Bikken 2) Binnenslaan 3) Bunkeren 4) Consumeren 5) Eten 6) Gebruiken 7) Inschrokken 8) Nuttige wenk 9) Nuttigen 10) Ontbinden 11) Opeten 12) Opknabbelen 13) Oppeuzelen 14) Opvreten 15) Schransen 16) Schrokken 17) Slopen 18) Stouwen 19) Verbruiken 20) Verorbering 21) Verschalken 22) Verslinden 23) Verteren 1) Bikken 2) Bunkeren 3) Consumeren 4) Eten 5) Gebruiken 6) Nuttigen 7) Opeten 8) Opknabbelen 9) Oppeuzelen 10) Opvreten 11) Schransen 12) Schrokken 13) Slopen 14) Stouwen 15) Verbruiken 16) Verschalken 17) Verslinden 18) Verteren 19) Verzwelgen 20) Vreten 21) Wegvreten 22) Wegwerken 
nuttigen (toon de herkomst via de etymologiebank)
het door je mond naar binnen brengen vb: hij verorberde de vis met smaak
nuttigen