
opschrikken werkw. Uitspraak: [ 'ɔpsxrɪkə(n) ] Afbreekpatroon: op·schrik·ken Vervoegingen: schrikte op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is opgeschrikt (volt.deelw.)
onverwacht schrikken waarbij je als gevolg van het angstgevoel een snelle en korte beweging maakt Voorbeeld: 'Ik had hem niet horen binnenkomen en schrok op toen hij opee...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/opschrikken

1) Opdrijven 2) Verschrikken 3) Schieten
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opschrikken/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.