verpletteren werkw. Uitspraak: [ vər'plɛtərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·plet·te·ren Vervoegingen: verpletterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verpletterd (volt.deelw.) volledig vernielen door erbovenop te vallen of tegenaan te botsen Voorbeelden: 'Zijn arm werd verpletterd onder de machine.' , 'Hij verpletterde me met het nieu... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verpletteren
het kapot maken door er hard op neer te komen vb: de auto werd door het rotsblok verpletterd het bericht verpletterde hem [hij werd er heel somber van] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=verpletteren