verpozen werkw. Afbreekpatroon: ver·po·zen Verbuigingen: verpoosde Vervoegingen: verpoosd (volt.deelw.) ''zich verpozen'': uitrusten, uitblazen, ontspannen, pauzeren Voorbeeld: 'laat niet als dank voor het aangenaam verpozen de eigenaar van dit bos de schillen en de dozen ' . Synoniemen: ontspannen relaxen rusten uitrusten 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verpozen