Zie ook:
versnel
versnellen werkw. Uitspraak: [ vərˈsnɛlə(n) ] Afbreekpatroon: ver·snel·len Vervoegingen: versnelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft versneld (volt.deelw.)
snelheid verhogen Voorbeeld: 'je pas versnellen' Antoniem: afremmen Synoniemen: accelereren bespoedigen demarreren optrekken verhaasten afremmen (antoniem)
Gevonden op
https://woorden.org/woord/versnellen
1) De snelheid doen toenemen 2) Verhaasten 3) Demarreren 4) Bevorderen 5) Bespoedigen 6) Vergauwen 7) Vlugger maken 8) Optrekken 9) Accelereren 10) Tempo verhogen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Versnellen/1
•een grotere snelheid (doen) bereiken. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/versnellen
Geen exacte overeenkomst gevonden.
