versplinteren werkw. Uitspraak: [ vər'splɪntərə(n) ] Afbreekpatroon: ver·splin·te·ren Vervoegingen: versplinterde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is versplinterd (volt.deelw.) 1) in splinters of kleine stukjes uiteenvallen of uiteen doen vallen Voorbeelden: 'De glazen zijn in de vaatwasser versplinterd.' , 'Een eigen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/versplinteren