verstrekken werkw. Uitspraak: [ vərˈstrɛkə(n) ] Afbreekpatroon: ver·strek·ken Vervoegingen: verstrekte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verstrekt (volt.deelw.) geven Voorbeelden: 'Water en voedsel verstrekken aan de vluchtelingen.' , 'inlichtingen verstrekken' Antoniem: innemen Synoniemen: : verschaffen, leveren, uitreiken, Syn...
1) Bezorgen 2) Geeft 3) Geven 4) Ingeven 5) Leveren 6) Schaffen 7) Schenken 8) Toedienen 9) Toeleveren 10) Uitdelen 11) Uitgeven 12) Uitreiken 13) Uitreiken aan 14) Verlenen 15) Verschaffen 1) Bezorgen 2) Geeft 3) Geven 4) Ingeven 5) Schenken 6) Toedienen 7) Uitreiken 8) Verlenen 9) Verschaffen 
aan iemand overhandigen die het mag houden vb: er wordt voedsel verstrekt aan de vluchtelingen Synoniemen: geven schenken weggeven afstaan Tegenstellingen: krijgen ontvangen verkrijgen incasseren
• [ov] ter beschikking stellen, uitdelen
verschaffen