vibreren werkw. Afbreekpatroon: vi·bre·ren Verbuigingen: vibreerde Vervoegingen: gevibreerd (volt.deelw.) 1) doen trillen of trillend bewerken 2) trillen, in staat van trilling verkeren Voorbeeld: 'De snaar vibreerde nog totdat de speler hem dempte.' 3) met vibrato spelen of zingen . Synoniemen: tri... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vibreren