vijzen werkw. Uitspraak: [ 'vɛizə(n) ] Afbreekpatroon: vij·zen Vervoegingen: vees (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevezen (volt.deelw.) een schroef in- of uitdraaien, of met een schroef bevestigen Zie ook: vijs Gevonden op https://woorden.org/woord/vijzen