Zie ook:
sleutel

sleutelen werkw. Uitspraak: [ 'sløtələ(n) ] Afbreekpatroon: sleu·te·len Vervoegingen: sleutelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gesleuteld (volt.deelw.)
met gereedschap een motor of motorvoertuig repareren of verbeteren, vooral als hobbyist Voorbeeld: 'drie dagen aan de motor van een auto sleutelen voordat je hem weer kunt sta...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/sleutelen

1) Veranderen 2) Oplappen 3) Aan een motor prutsen 4) Aan een auto prutsen 5) Knutselen 6) Repareren 7) Wurmen 8) Dokteren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Sleutelen/1
het proberen te repareren vb: hij sleutelt aan zijn brommer
ermee bezig zijn, het veranderen vb: hij is altijd aan het sleutelen aan zijn auto
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/

• [inerg] met sleutels aan een auto, motor of ander machine werken, met name door de machine uit elkaar te halen en weer ineen te vijzen. • [inerg] "(figuurlijk)" iets trachten te verbeteren door regelmatig kleine wijzigingen aan te brengen. • [inerg] aan partnerruil doen door de huissleutels uit te loten.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/sleutelen
Geen exacte overeenkomst gevonden.