villen werkw. Uitspraak: [ 'vɪlə(n) ] Afbreekpatroon: vil·len Vervoegingen: vilde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevild (volt.deelw.) het vel afhalen van (een dood dier) Voorbeeld: 'levend gevild worden' Ik kan hem wel villen! (<dit zeg je van iemand op wie je heel boos bent>) Synoniemen: afhalen afstropen stropen uitbenen... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/villen