bunzing - Voorbeeld: ‘Die namiddag, terwijl hij rustig te weven zat, stormden de hennen plots uiteen en flodderend vluchtten zij uit het ovenbuur. (...) Hij zocht in 't ovenbuur waar hij meende dat de haan iets ontwaard had; hij verplaatste ene mand, ene kist, de voedertrog... - 't Zal een ratte zijn of een visse, gromde hij’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php