volwassen bijv.naamw. Uitspraak: [ vɔl'wɑsə(n) ] Afbreekpatroon: vol·was·sen 1) (van een levend wezen) zo oud dat hij of zij niet meer groeit Voorbeelden: 'een volwassen dochter van 23 jaar' , 'Word toch eens volwassen, man!' Antoniem: onvolwassen Synoniem: volgroeid 2) (van zaken) zo goed of groot als, of zelfs gro...
1) Adult 2) Degelijk 3) Groot 4) Huwbaar 5) Manbaar 6) Meerderjarig 7) Mondig 8) Ontwikkeld 9) Rijp 10) Uitgegroeid 11) Volgroeid 12) Voljarig 13) Zelfstandig 1) Adult 2) Gerijpt 3) Geslachtsrijp 4) Groot 5) Huwbaar 6) Maturitas 7) Maturiteit 8) Matuur 9) Meerderjarig 10) Mondig 11) Ontwikkeld 12) Rijp 13) Uitgegroeid 14) Volgroeid 15) Voljarig 
volgroeid (toon de herkomst via de etymologiebank)
lichamelijk en geestelijk volgroeid vb: in dit land ben je met 18 jaar volwassen Synoniem: groot
•een leeftijd bereikt hebbend waarop men volgroeid en onafhankelijk kan zijn.
volgroeid