voorhebben werkw. Uitspraak: [ 'vorhɛbə(n) ] Afbreekpatroon: voor·heb·ben Vervoegingen: had voor (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft voorgehad (volt.deelw.) 1) voorhebben met (van plan zijn om te doen met) 'het beste met iemand voorhebben' 2) erbij zijn als het gebeurt Voorbeeld: 'Waarom heb ik altijd zo een... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/voorhebben