vooruitgaan werkw. Uitspraak: [ vor'œytxan ] Afbreekpatroon: voor·uit·gaan Vervoegingen: ging vooruit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is vooruitgegaan (volt.deelw.) 1) naar voren gaan Voorbeeld: 'De wijzer ging zo langzaam vooruit dat ik dacht dat mijn horloge stilstond.' Antoniem: achteruitgaan 2) beter worden ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vooruitgaan
eerder gaan dan de anderen vb: ik ga alvast vooruit hoor!in voorwaartse richting gaan vb: we gingen maar langzaam vooruit in de rijvorderingen maken vb: Paul gaat goed vooruit op schoolhij gaat er niet op vooruit [wordt niet mooier, beter, sympathieker, etc.]met reuzenschreden vooruitgaan [heel snel] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=vooruitgaan