vrolijk bijv.naamw. Uitspraak: [ 'vrolək ] Afbreekpatroon: vro·lijk 1) blij Voorbeeld: 'een vrolijke jongen' Synoniemen: : opgewekt, zonnig (2) je vrolijk maken over iets of iemand (iets of iemand uitlachen of bespotten) 2) als iets je vrolijk (1) maakt of waaruit blijkt dat je vrolijk (1) bent Voorbeeld: 'een vrol... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrolijk
1) in opgewekte, enigszins uitgelaten stemming verkerend; ook: op opgewekte wijze; blij; opgewekt 2) geneigd tot vrolijkheid of vaak in een opgewekte stemming; opgewekt van aard; van nature vrolijk3) blijk gevend van een opgewekte stemming of een opgewekte aard; blijk gevend van vrolijkheid; 4) waarbij men opgew... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/vrolijk