de vuist zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ vœyst ] Verbuigingen: vuisten (meerv.) gesloten hand anatomie Voorbeeld: 'Met gebalde vuisten kwam hij op mij af.' een vuist maken (protesteren of je verzetten) 'De organisaties maken een vuist tegen discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat.' op de vuist gaan (beginnen te vechten ...
1) Smidsgereedschap 2) Saamgeknepen hand 3) Smidshamer 4) Werktuig 5) Zichtbaar lichaamsdeel 6) Gesloten hand 7) Gereedschap van een metselaar 8) Hamer 9) Gereedschap 10) Kleine moker 11) Gebalde hand 12) Korte hamer 13) Kortgesteelde metselaarshamer 14) Hamer van de scheepssmid 15) Hand 16) Handgereedschap 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Vuist``] Zie Maten
dichtgesloten hand
Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 vuisthamer.
Zie: moker.
hand waarvan de vingers naar binnen zijn gevouwen vb: hij stak boos een vuist naar mij op
•gebalde hand.
dichtgesloten hand
Zie moker.