wandelen werkw. Uitspraak: [ 'wɑndələ(n) ] Afbreekpatroon: wan·de·len Vervoegingen: wandelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewandeld (volt.deelw.) langzaam lopen voor je plezier, bijvoorbeeld in de natuur Voorbeeld: 'Ik ga even een eindje wandelen.' Synoniem: een wandeling maken iemand wandelen sturen (zeggen dat iemand moet ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wandelen
Het reizen te voet in gematigd tempo, zich met stappen voortbewegend, waarbij de voeten om beurten worden verplaatst zodat er zich altijd één voet op de grond bevindt bij tweevoetige voortbeweging en twee of meerdere voeten bij viervoetige voortbeweging. Categorie: Lichamelijke Activiteiten > lichamelijke activiteiten naar algemene... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491