de wants zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ wɑn(t)s ] Verbuigingen: wantsen (meerv.) insect dat is veel verschillende soorten voorkomt Voorbeelden: 'Veel mensen hebben nog nooit een wants gezien en toch komen er hier honderden soorten voor.' , 'bedwants' 
1) Insect 2) Halfvleugelig insect 3) Ongelijkvleugelig insect 4) Ongedierte 5) Bedinsect 6) Weegluis 7) Wandluis 8) Luis 9) Gevleugeld insect 10) Vliegend insect 
gevleugeld insect met een zuigsnuit en stinkklieren, dat op een plat kevertje lijkt en meestal herkenbaar is aan een driehoekig rugschildje waarvan de punt naar het achterlijf wijst
wandluis
Let op: Spelling van 1914 Zie RHYNCHOTA.
wandluis (toon de herkomst via de etymologiebank)