de watervogel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'watərvoxəl ] Afbreekpatroon: wa·ter·vo·gel Verbuigingen: watervogels (meerv.) vogel die bij water leven en broeden Voorbeeld: 'Eend, ganzen, flamingo's en meeuwen zijn voorbeelden van watervogels.' 3 definities...
1) Aalduiker 2) Aalscholver 3) Albatros 4) Alk 5) Brandgans 6) Dodaars 7) Dompelaar 8) Duiker 9) Eend 10) Eider 11) Eidereend 12) Fuut 13) Gans 14) Griet 15) Grutto 16) Kapmeeuw 17) Kloet 18) Knobbelzwaan 19) Koet 20) Kolgans 21) Krakeend 22) Kroeskoppelikaan 23) Kuifaalscholver 24) Kuifeend 25) Kuiffuut 1) Eendachtige of zwaan 2) Gevederd dier 3) Vogel die vooral in water leeft 4) Wouwaapje 5) Zee-eend 6) Zwemvogel 
vogel die langs water leeft en in de regel herkenbaar is aan vliezen tussen de tenen om te zwemmen of aan lange of kortere steltpoten om te waden
•langs het water levende vogel; zwemvogel.