wegleggen werkw. Uitspraak: [ 'wɛxlɛxə(n) ] Afbreekpatroon: weg·leg·gen Vervoegingen: legde weg (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft weggelegd (volt.deelw.) op een andere plaats leggen Voorbeeld: 'Toen er aangebeld werd, legde ze snel het boek weg.' niet weggelegd zijn voor (niet mogelijk zijn voor (iemand)) 'Tweemaal per jaar op va... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wegleggen
bewaren en niet uitgeven vb: wij leggen elke maand geld weg voor een nieuwe auto dat is niet weggelegd voor hem [niet bereikbaar] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=wegleggen