winnen werkw. Uitspraak: [ ˈwɪnə(n) ] Afbreekpatroon: win·nen Vervoegingen: won (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gewonnen (volt.deelw.) 1) de beste zijn in een wedstrijd of een spel Voorbeeld: 'De voetbalclub heeft de Europacup gewonnen.' Antoniem: verliezen je gewonnen geven (het opgeven, de wedstrijd staken) iemand voor... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/winnen
de beste zijn, de meeste punten halen vb: Ajax heeft deze wedstrijd gewonnen hij wint aan invloed [krijgt meer invloed] hij heeft haar voor zich gewonnen [zij vindt hem nu aardig] hij geeft zich gewonnen [geeft het op] een proces winnen [gelijk krijgen van de rechter] terrein winnen [meer terrein... Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=winnen
• [ov] als beste partij uit een wedstrijd komen. • [ov] iets verkrijgen voor een goede prestatie bij een wedstrijd. • [ov] een grondstof uit de natuur halen. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/winnen