Wintersport definities

Zoek op

wintersport

wintersport logo #1000de wintersport zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'wɪntərspɔrt ] Afbreekpatroon: win·ter·sport Verbuigingen: wintersporten (meerv.) sport die 's winters beoefend wordt Voorbeeld: 'Snowboarden en skiën zijn wintersporten.' met/op wintersport gaan ('s winters met vakantie naar een berggebied gaan om aan wintersport te doen) 'met winters...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/wintersport

Wintersport

Wintersport logo #10101) Aerials 2) Alpineskiën 3) Arren 4) Biatlon 5) Bobben 6) Bobsleeën 7) Curling 8) Langlaufen 9) Rodelen 10) Schaatsen 11) Schaatsmarathon 12) Schansspringen 13) Seizoensport 14) Skeleton 15) Skilopen 16) Skispringen 17) Skivliegen 18) Skiën 19) Sleetjerijden 20) Sleeën 21) Sneeuwsurfen 22) Snowboarden
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Wintersport/1

Wintersport

Wintersport logo #10101) Bergsport 2) Bobsleeën 3) IJssport 4) Skiën 5) Sport voor in de winter
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Wintersport/1

wintersport

wintersport logo #10814•sport die in de winter beoefend wordt.
Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/wintersport
Geen exacte overeenkomst gevonden.