woonachtig bijv.naamw. Uitspraak: [ wonˈɑxtəx ] Afbreekpatroon: woon·ach·tig woonachtig zijn te (wonen in (een plaats of land)) 'woonachtig te Rotterdam' Synoniemen: gevestigd zetelend 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/woonachtig