
I de zot zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ zɔt ] Verbuigingen: zotten (meerv.) II zot bijv.naamw. Uitspraak: [ zɔt ]
vreemd op een grappige manier Voorbeelden: 'zot doen' , 'je zot gedragen' , 'zot gedoe' Synoniemen: : maf, mal, dwaas, Synoniemen: absurd achterlijk clown debi debiel dom dwaas flapdrol gek geschift gestoord hansworst harl...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/zot

1) Aapachtig 2) Absurd 3) Achterlijk 4) Bespottelijk 5) Clown 6) Dol 7) Dom 8) Dwaas 9) Flapdrol 10) Gek 11) Geschift 12) Gestoord 13) Grotesk 14) Hals 15) Hansworst 16) Harlekijn 17) Idioot 18) Idioterig 19) Imbeciel 20) Inept 21) Jocrisse 22) Kluchtig 23) Krankjorum 24) Krankzinnig 25) Kwast 26) Kwibus
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zot/1

1) Abnormaal 2) Absurd 3) Achterlijk 4) Beledigingen 5) Bespottelijk 6) Clown 7) Cocas 8) Dol 9) Dom 10) Doldwaas 11) Dwaas 12) Dwalm 13) Dwaze persoon 14) Flapdrol 15) Flauwekul 16) Gek 17) Gekke vent 18) Geschift 19) Gestoord 20) Getikt 21) Grappenmaker 22) Grappig 23) Halvegare 24) Hansworst 25) Harlekijn
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Zot/1
wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is vb: doe niet zo zot!
Synoniemen: waanzinnig dwaas [2] gek [2] nar
Tegenstellingen: verstandig raadzaam zinnig
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=zot

•dwaas, gek.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/zot

(nar of zot) Satirisch persoon die de menselijke dwaasheid belichaamt en met behulp van het ongerijmde de ware wijsheid aantoont. De nar treedt op in literatuur met een moreel-didactische inslag, welke in de late Middeleeuwen en tijdens het humanisme een grote bloei beleeft. Door middel van karikatuur en polemiek wordt de belering nagestreefd. Bela...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0015.php

Zie
narGevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_01412.php

1.dol (DB, Lo, Te, VD B 3) (van een schroef, enz.) Voorbeeld: ‘
Zij tastte, vond en ontstak een sulfer en reikte hem brandend naar 't uurwerk. Vier ure! Die wijzers stonden zo zot’ 2.veel, buitensporig (VD B 4, Te) Voorbeeld: ‘
Kon ze aan een van zijn woorden raden, dat hij zot, razend zot van haar hield?’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php

dwaas
Jaar van herkomst: 1240 (Bern. )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 die schroef is zot: is dol, draait zonder sluiten.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10742
Geen exacte overeenkomst gevonden.