zachtaardig persoon uitdr.: Voorbeeld: ‘de zoeterik spelen’: zachtaardig, braaf zijn, vleien - Voorbeeld: ‘Weken te voren speelt hij de zoeterik en tracht alle aanleiding tot ruzie met Amelie te vermijden’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0026.php