zuigen werkw. Uitspraak: [ ˈzœyxə(n) ] Afbreekpatroon: zui·gen Vervoegingen: zoog (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gezogen (volt.deelw.) 1) door onderdruk naar je toe trekken Voorbeelden: 'Dit pompje zuigt al het vocht weg.' , 'De baby zoog wel aan de speen, maar er kwam niks uit.' 2) zuigen op/aan (in je... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zuigen
het eruit halen door het met je adem naar binnen te halen vb: hij zuigt aan het rietje op een snoepje zuigen [erop sabbelen] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=zuigen
1> het naar beneden trekken van het achterschip als gevolg van de schroefwerking op ondiep water. 2> het veroorzaken van zuiging. 3> met een zelfzuigendbeunschip of een zand- of baggerzuiger materiaal van de bodem weghalen. 4> koers en snelheid van een zeilend schip schatten door naar het kielzog te kijken. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=zei#zuigen