zwikken werkw. Afbreekpatroon: zwik·ken Verbuigingen: zwikte Vervoegingen: gezwikt (volt.deelw.) 1) een bepaald kaartspel spelen 2) een verdraaiing of verstuiking verkrijgen Voorbeeld: 'Mijn voet zwikte toen ik net op de rand van de stoep ging staan.' 3) knakken. . Synoniemen: ontwrichten verstuiken ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwikken
1) omslaan naar buiten of naar binnen 2) de voet of de enkel omslaan bij het lopen of bij het verstappen; door de enkels gaan 3) naar voren kantelen 4) snel heen en weer, of op en neer bewegen 5) het kaartspel zwikken spelen, een spel voor drie tot vijf spelers met twintig kaarten (van tien t/m aas), waarb... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/zwikken
Wordt gebruikt voor bogen of van draagstenen voorziene tussenelementen die de binnenhoeken van een vierkante of veelhoekige structuur overspannen, en dienen om een ronde of veelhoekige bovenstructuur te ondersteunen. Categorie: Onderdelen > dragende en weerstandbiedende elementen. Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10491