
aanspreken werkw. Uitspraak: [ ˈansprekə(n) ] Afbreekpatroon: aan·spre·ken Vervoegingen: sprak aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangesproken (volt.deelw.)
1) beginnen te praten tegen (iemand) Voorbeeld: 'De automobilist sprak me aan en vroeg waar de garage was.'
2) zo zijn dat iemand het mooi of aangenaam...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanspreken

1) Aanschieten 2) Adiëren 3) Aborderen 4) Aanprijzen 5) Attaqueren 6) Aanklampen 7) Het woord richten 8) Accosteren 9) Aanbreken 10) Appeleren 11) Bevallen 12) Begroeting 13) Benaderen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanspreken/1
(interesseren) Aanspreken is het interesseren van een persoon in een bepaald iets. ( Het schilderij van Rembrandt sprak de lerares erg aan. )
[basiswoordenlijst groep 7]Gevonden op
https://wikikids.nl/Aanspreken_(interesseren)
Geen exacte overeenkomst gevonden.