afwezig bijv.naamw. Uitspraak: [ ɑfˈwezəx ] Afbreekpatroon: af·we·zig 1) als je er niet bent Voorbeeld: 'afwezig zijn bij een vergadering' Antoniem: aanwezig 2) met je gedachten ergens anders Voorbeeld: 'in de klas afwezig uit het raam staren' Synoniem: verstrooid Synoniemen: absent dromerig elders gedachteloos ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afwezig
1) Absent 2) Afgetrokken 3) Dromerig 4) Elders 5) Gedachteloos 6) Mankerend 7) Negatief 8) Niet aanwezig 9) Niet ter plaatse 10) Niet thuis 11) Niet op bezoek 12) Uit 13) Verstrooid 14) Weg 15) Zonder gevoel of verstand Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afwezig/1
1) zich niet bevindend op de plaats of bij de gebeurtenis waarvan sprake is; niet tegenwoordig; niet ter plaatse 2) niet bestaande of niet voor gebruik beschikbaar op een bepaalde plaats; niet voorhanden; niet beschikbaar 3) er niet bij met zijn gedachten; in gedachten verzonken Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/afwezig