het afzakkertje zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈɑfsɑkərcə ] Afbreekpatroon: af·zak·ker·tje Verbuigingen: afzakkertjes (meerv.) glaasje sterkedrank Voorbeeld: 'een afzakkertje nemen voor het slapen gaan' Synoniemen: drankje 
1) Laatste borrel 2) Laatste drankje 3) Laatste drankje voor het vertrek 4) Pikketanissie 5) Laatste druppel 6) Drankje 7) Zakkertje 8) Neutje 9) Borrel 10) Een laatste glaasje 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] van afzakken = weggaan; dronk ten afscheid. Voorheen als damesdrank brandewijn met rozijnen en suiker.
glaasje sterkedrank na maaltijd of andere drank
Amsterdams woord voor glaasje drinken na afloop
Te laag afgedrukte letter(s) of leesteken(s) aan het eind van een regel. Komt voor bij zetsel waarvan de zetbreedte iets te veel ruimer is dan de interlinie. Verschijnt ook wel eens midden in de regel: dan is de interlinie samengesteld uit meerdere stukken, die niet goed aansluiten (wordt dan eigenlijk geen afzakkertje genoemd; zie: dansen).
(Amsterdams) laatste borreltje voor het slapen of naar huis gaan
glaasje sterkedrank na maaltijd of andere drank (toon de herkomst via de etymologiebank)