Iemand die denkt dat er geen God is en dit ook aan anderen verkondigt.
de atheïst zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ate'jɪst ] Afbreekpatroon: athe·ist Verbuigingen: atheïsten (meerv.) de atheïst - e zelfst.naamw. Uitspraak: [ ate'jɪst - ə ] Afbreekpatroon: athe·ist Verbuigingen: atheïsten (meerv.) iemand die niet in het bestaan van een god gelooft Voorbeeld: 'Na een zeer strenge religieuze opvoeding is...
1) Antichrist 2) Godloochenaar 3) Goddeloze 4) Godloochenaar 5) Godloze 6) Godverzaker 7) Heiden 8) Iemand die niet in god gelooft 9) Ongelovige 10) Ongodist 11) Vrijdenker 12) Wie niet gelooft in god 1) Godloze 2) Ongodist 3) Vrijdenker 
Let op: Spelling van 1858 ongodist, godloochenaar. Atheïsterij, godverzaking. Atheïstisch, godloochenend, ongodistisch, goddeloos
Iemand die gelooft dat er geen God is. (F.A.S.)
godloochenaar
Iemand die gelooft dat er geen God is. 
iemand die niet in het bestaan van een god of goden gelooft
Iemand die niet gelooft in het bestaan van God.
kerkrecht: persoon die niet in een God gelooft. ...