het aidsvirus zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'etsvirʏs ] Afbreekpatroon: aids·vi·rus Verbuigingen: aidsvirussen (meerv.) virus dat aids veroorzaakt Voorbeeld: 'Het menselijk aidsvirus wordt hiv genoemd.' ... Gevonden op https://woorden.org/woord/aidsvirus