1) Roodkarpertje 2) Alvenaar 3) Roofkarpertje 4) Nesteling 5) Zoetwatervis 6) Witvis 7) Panharing 8) Moertje 9) Glasaaltje 10) Karpertje 11) Vis 12) Dier 13) Roofkarper 14) Visje 15) Voorntje 16) Roodkarper 17) Karperachtige vis 18) Rood karpertje 19) Karper 20) Kabouter 21) Vorentje 
glanzend voorntje (toon de herkomst via de etymologiebank)
kleine zilverkleurig karper met een parelmoeren glans
De 'alver' ('Alburnus alburnus') is een zoetwatervis die behoort tot de eigenlijke karpers. De alver is een zijdelings afgeplat, zilverachtige vis die wat stijf aandoet.
• [vissen] tot de karperachtigen behorende vis. • [vissen] "Alburnus alburnus".
bijna, nagenoeg, vrijwel (WNT) - Voorbeeld: ‘'t Is jammer dat ze ginder al achter moet begraven worden, waar ik haar graf nooit meer zien kan. - Dat is alver gelijk: weg is weg, als ze maar in uw hart blijft leven’