appelleren werkw. Uitspraak: [ ɑpɛ'lerə(n) ] Afbreekpatroon: ap·pel·le·ren Vervoegingen: appelleerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geappelleerd (volt.deelw.) 1) in hoger beroep gaan juridisch Voorbeeld: 'appelleren tegen een voorlopige hechtenis' 2) (als speler) aandacht vragen van de scheidr... Gevonden op https://woorden.org/woord/appelleren