belegeren werkw. Uitspraak: [ bəˈlexərə(n) ] Afbreekpatroon: be·le·ge·ren Vervoegingen: belegerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft belegerd (volt.deelw.) (een stad of vesting) insluiten met een leger Voorbeelden: 'een belegerde stad' , 'belegerd worden' Synoniemen: bestormen insluiten 3 definities...
1) Aan alle zijden omringen 2) Belagen 3) Bestormen 4) Een beleg slaan 5) Een stad insluiten 6) Het beleg voeren 7) Insluiten 8) Omsingelen 9) Ontmoeten 10) Vijandig omsluiten 1) Insluiten 2) Omsingelen 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Beleg, Belegeren, Belegeringskunst``] Zie Vestingoorlog
met een leger omsingelen vb: die filmster wordt voortdurend door de pers belegerd
met een leger omsingelen