de benaming zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ bə'namɪŋ ] Afbreekpatroon: be·na·ming Verbuigingen: benamingen (meerv.) de naam die iets heeft gekregen Voorbeelden: 'officiële benaming' , 'een andere benaming voor iets' Synoniemen: aanduiding benoeming naam term 
1) Naam 2) Term 3) Kwalificatie 4) Naamgeving 5) Naamsaanduiding 6) Benoeming 7) predicaat 8) Betiteling 9) Titulatuur 10) Titel 11) Aanduiding 
Een referentie naar een individueel begrip. […] Een naam, titel of soortgelijke vorm.
woord waarmee je zegt hoe iets of iemand heet vb: de oude benaming voor Sri Lanka is Ceylon Synoniemen: naam name
•een naam die aan iets of iemand gegeven wordt.