
bionisch bijv.naamw. Uitspraak: [ bi'jonis ] Afbreekpatroon: bio·nisch
(van kunstmatige organen en lichaamsdelen) het levende orgaan of lichaamsdeel imiterend of verbeterend Voorbeelden: 'bionische implantaten' , 'Een bionisch oog is een kunstoog waarmee je echt kunt kijken.' bionische mens (man of vrouw die dankzij hulpstukken in zintuige...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/bionisch

beschikkend over bovenmenselijke lichamelijke vermogens (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/bionisch

beschikkend over bovenmenselijke lichamelijke vermogens
Jaar van herkomst: 1982 (De Coster 1999 )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.