boosdoenster zelfst.naamw. Afbreekpatroon: boos·doen·ster Verbuigingen: boosdoensters (meerv.) Verbuigingen: boosdoenstertje (verkleinwoord) of boosdoender Voorbeeld: 'Het is opvallend dat Cornelia een andere vroedvrouw, een zekere Lourensje, voor de boosdoenster hield.' . Synoniemen: dader 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/boosdoenster