buiig bijv.naamw. Uitspraak: [ 'bœyjəx ] Afbreekpatroon: bui·ig met veel regenbuien Voorbeeld: 'buiig weer' Synoniemen: humeurig onbestendig 
1) Ongestadig 2) Ongestaag 3) Onvoorspelbaar weer 4) Onbestendig 5) Regenachtig 6) Weertype 7) Onvast 8) Onstabiel weer 9) Onstuimig 10) Niet zonnig 11) Wisselvallig qua neerslag 12) Niet droog 13) Neiging tot regen 14) Nevelachtig 15) Humeurig 16) Met veel regenbuien 17) Veranderlijk 18) Met regenachtig karakter 
Weerbeeld, waarbij buien een grote rol spelen. Er zijn droge perioden, maar van tijd tot tijd valt er een bui.
met regen vb: we hadden geen mooi weer gisteren, het was buiig Synoniem: regenachtig
•regenachtig, met buien.
Weerbeeld, waarbij buien een grote rol spelen. Er zijn droge perioden, maar van tijd tot tijd valt er een bui.